Garnaal

Alweer maanden geleden hebben we met een ‘afscheidsdiner’ afstand genomen van het eten van vlees en vis. Maar nu is het zover: ons eerste dier.
Het lijkt ons gepast om klein te beginnen, dus de garnaal is al snel gekozen. Mede omdat we dit helemaal zelf kunnen regelen. We hoeven niet eerst contact te leggen met een visser of slachter, nee, we kunnen ‘gewoon’ naar zee rijden en garnalen gaan vissen.
Nadat we twee netjes hebben geleend bij het kleine neefje van David, rijden we in de camper naar Wijk aan Zee. Hoe heerlijk voelt dit project nu al, met je vrienden naar zee met een missie. Zelfs het feit dat we met een gevoelstemperatuur van 3 graden en windkracht 6 met onze korte broeken de winterse zee in moeten, lijkt niet uit te maken.
Ook het feit dat we ons niet echt goed hebben voorbereid mag de pret niet drukken: we hebben een kinderschepnet mee, en ontdekken pas later dat je een speciaal garnalennet nodig hebt. Ook het seizoen blijkt niet handig: in september of oktober was veel beter geweest, omdat de garnalen dan rijkelijk aanwezig en een stuk groter zijn.
Na zo’n vijftien minuten in zee verandert het gelukzalige gevoel langzaam. Het blijkt toch moeilijk dit gevoel vast te houden, als onderkoeling haar intrede doet. Ik begin intussen ook te twijfelen of deze eerste missie gaat lukken: zullen we ze wel vangen? Eén van de twee schepnetten is al helemaal kapotgegaan en de andere ziet er ook niet uit alsof deze het nog lang volhoudt. Maar dan hoor ik een YES! een stukje verderop uit zee komen. Het is David en hij heeft er één; we hebben een garnaal! Hoe blij kun je zijn met één garnaal...
Door de kou besluiten we hierna vrij snel unaniem dat het genoeg is; we snijden de garnaal wel in drieën. Het enige dat we nog aan zee doen, is een zelfportret maken en dan zo snel mogelijk terug naar de parkeerplaats, naar de camper. Met de verwarming maximaal aan kijken we vol trots naar het potje waar de garnaal in zwemt. En dan moet hij eraan geloven: we stoppen de garnaal in kokend water. Na een minuut pellen we hem netjes, snijden hem door drieën en eten ‘m op.
Wat me opvalt is dat ik het totaal niet zielig vind. Blijkbaar heb ik niet echt sympathie voor garnalen. Dit zal met andere dieren in dit project ongetwijfeld veranderen. Hoe dan ook: het is de lekkerste ⅓ garnaal die ik ooit heb gegeten.
Lees meer over ons project in het boek Slachtpaspoort.
